De universiteitsbibliotheek en het voormalig Hoger Instituut voor de Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde is een gebouw van Henry van de Velde. Het werd gerealiseerd tussen 1937 en 1942. Het monument was dringend toe aan restauratie.
VK staat er in voor M&E engineering, met de conservatie van boeken als een van de belangrijkste onderdelen van de technische installatie. De vele waardevolle, unieke boeken en manuscripten vereisen een optimaal binnenklimaat, aan een lage energievraag. Op basis van gegevens van de bestaande collectie worden 4 ASHRAE klimaatklassen voorzien, van A tot D, van “zonder risico” tot “risicovol”.
Voor de opslag van boeken is een jaargemiddelde van 50 % relatieve vochtigheid en een temperatuur tussen 15 en 25°C een goed uitgangspunt. Vooral een grote fluctuatie van de relatieve vochtigheid vormt een belangrijke bron van schade. Voor waardevolle documenten wordt daarom maximaal 10% afwijking op het jaargemiddelde toegelaten.
De meeste boeken worden bewaard over de 24 verdiepingen van de toren. De restauratiewerken noodzaakten een nieuw tijdelijk onderkomen voor de 48 km aan boeken en tijdschriften. Een nieuw ondergronds depot onder de binnentuin bleek uiteindelijk de meest haalbare oplossing. Het wordt na de werken een permanent depot van klimaatklasse A volgens AHRAE. Drie ondergrondse verdiepingen, de onderste met dubbelhoge rekken, telt 40 km aan compacte volautomatische verrolbare archiefkasten. De minder waardevolle boeken krijgen opnieuw een plaats in de Boekentoren.
De leeszalen, tijdschriftenzaal, manuscriptenzaal, leslokalen … zijn ook in verschillende klimaatklassen ingedeeld. Lokalen waar waardevolle documenten geconsulteerd kunnen worden, moeten in belangrijke mate de opslagklimaateisen van deze documenten volgen, zonder het comfort van de bezoekers te verwaarlozen.
De energievraag wordt gereduceerd via passieve ingrepen, zoals thermische isolatie, betere luchtdichtheid en buitenzonwering. Daarnaast zijn de nieuwe technische installaties energiezuinig: luchtgroepen met warmterecuperatie, vraaggestuurde ventilatie, freecooling … In de leeszalen wordt maximaal gebruik gemaakt van daglicht, met daglichtsturing op de verlichting. In de depotruimtes werkt de verlichting met aanwezigheidsdetectie.
Het volledige gebouw wordt uitgerust met toegangscontrole en camerabewaking, en een automatisch branddetectiesysteem met adresseerbare detectoren.